De vrouwen van Veltem Beisem wisten in hun eerste drie wedstrijden telkens de volle buit te pakken. Wat is hun geheim en hoe kijken ze vooruit? We vroegen het aan trainer Stan Forier.
NATIONALE 3 B (v) – VELTEM BEISEM
“Ik vind dat we vooral hard gewerkt hebben. Zowel op training en tijdens de voorbereiding naar de wedstrijden toe, als tijdens de wedstrijden zelf”, zegt trainer Stan Forier. “Ondanks dat we negen punten behaalden, liep het zeker niet altijd van een leien dakje.”
“Afgelopen weekend tegen Mortsel hebben we heel hard moeten vechten om te winnen. Set vier maakten we in extremis nog 22-18 en 23-20 goed. Had Mortsel daar een punt gehaald, dan was dat zeker verdiend. Maar het is ook de verdienste van onze ploeg dat we blijven vechten tot dat laatste punt. Onze inzet, organisatie en vooral heel veel goesting om te volleyballen brengen ons al een heel eind.”
“We moeten meer ons eigen spel spelen en onze aanval in stelling durven brengen.”
“Zaterdag tegen Bouwel zal het weer knokken worden. We kennen de ploeg niet heel erg goed, maar er zitten enkele gevaarlijke klanten en oude bekenden in de ploeg. Er wordt volop gewerkt aan de videoanalyse om zo goed mogelijk voorbereid te zijn. We willen ons niveau weer wat opkrikken. We moeten meer ons eigen spel spelen en onze aanval in stelling durven brengen. Dat hebben we afgelopen weekend te weinig gedaan.”
Nieuwe automatismen
“Op dit moment zijn er geen uitgesproken ambities. We willen natuurlijk elke wedstrijd winnen. Hoe ver ons dat zal brengen, zal binnen een paar maanden wel duidelijker worden. Na de lange coronapauze is elke wedstrijd er eentje om naar uit te kijken.”
“Waar onze werkpunten momenteel liggen? Omdat we met twee nieuwe spelverdelers zitten, is dat voor ons toch het belangrijkste punt om aan te werken. Er moeten nieuwe automatismen gekweekt worden. Het is voor hen een aanpassing aan onze manier van spelen. Setters en aanvallers moeten elkaar leren aanvoelen, wat best wel een stevige uitdaging is zowel voor hen als voor de rest van de ploeg.”
“We zetten elke week stappen vooruit en dat gaan we blijven doen. We mogen absoluut niet klagen over hoe het tot nu toe loopt. Daar ben ik persoonlijk heel erg blij mee”, besluit Forier.
